Kunstgeschiedenis van de Middeleeuwen
'Middeleeuwen', een term uit de Renaissance. Wie aan de middeleeuwen denkt, denkt meestal aan een donkere, onoverzichtelijke tijd, waarin de mensen dom en wreed waren. Dat is jammer, want in de duizendjarige periode die wij in Europa ‘middeleeuwen’ noemen, hebben een aantal bijzondere culturen bestaan die veel meer aandacht verdienen dan nu het geval is en zeker meer waardering. De naam ‘middeleeuwen’ stamt uit de renaissance - is dus zelf niet middeleeuws - en werd door Italiaanse humanisten bedacht om aan te geven dat er nieuwe tijden waren aangebroken. Hun eigen tijd beschouwden ze als de wedergeboorte (later kwam de Franse vertaling ‘renaissance’ in zwang) van de door heen hoog gewaardeerde klassieke tijd. Wat tussen hun eigen tijd en de klassieken zat, noemden ze dus de ‘middeleeuwen’. Hun negatieve beeldvorming was zeer bepalend voor de kijk op de middeleeuwen die nog tot in onze tijd doorwerkt. Dit beeld is te negatief zoals, hoop ik, zal blijken.
Christelijke erfgenamen van de Romeinen
De middeleeuwers - wat wij dus ‘middeleeuwers’ noemen - zagen zelf geen enkele breuk met het verleden. Zij beschouwden zichzelf als de natuurlijke erfgenamen van het Romeinse, keizerlijke tijdperk en daarmee van de gehele culturele erfenis uit de oudheid. Het grote en belangrijke verschil was echter dat men nu met het christendom gezegend was, wat in hun ogen een grote spirituele en morele vooruitgang was. Door de maatschappij op christelijke wijze in te richten, wilde men de nodige voorbereidingen treffen voor het komende Koninkrijk Gods op aarde. In de ogen van de ‘middeleeuwers’ was er dus geen sprake van teloorgang of terugval, maar, integendeel, van voortzetting en vooruitgang.
Oost- en West-Europa vallen uiteen
Ik moet hier wel de aantekening bij plaatsen dat dit gold voor de christelijke keizers in Oost- en West-Europa. De chaos die ontstond na het uiteenvallen van het Romeinse rijk werd wel degelijk door velen als een terugval van de beschaving beschouwd. Dit was echter vooral in het westen van Europa het geval. Aan deze toestand kwam definitief een einde toen Karel de Grote begin negende eeuw de troon besteeg. In het oosten van Europa was de overgang van de Romeinse tijd naar de middeleeuwen veel vloeiender, omdat het Romeinse keizerschap hier nooit omver werd geworpen door barbaarse stammen uit het noorden, zoals in Italië, en keizer Constantijn de Grote zich in de vierde eeuw tot het christendom liet bekeren, waarmee een grootscheepse, en tactische, campagne begon om het overgebleven oostelijk Romeinse rijk te kerstenen. Hier was het dat de eerste grote middeleeuwse beschaving zich ontwikkelde, de Byzantijnse. Zij werd voorafgegaan in Rome door wat kunsthistorici de 'vroegchristelijke kunst' noemen.