Sterrenkunde – Verkenningen in de verre en nabije ruimte
De sterrenhemel maakte in de vroege oudheid zo’n indruk dat ze wel het domein van goden moest zijn. Tegenwoordig zijn de oude goden geweken, maar de sterren zijn er nog steeds en, ondanks het verdwijnen van de goden, is de sterrenhemel nog altijd het domein van het bovenmenselijke en bijna onvoorstelbare. Echter nu in de vorm van een ruimte- en een tijdsdimensie die de menselijke belevingswereld tot minder dan een nietig stofje reduceert.
Natuur buiten de dampkring van onze aarde
Binnen de ontzagwekkende ruimte die we ‘heelal’ noemen, vinden energierijke processen plaats op een schaal die onze zon volledig zou opslokken en komen objecten en verschijnselen voor die we alleen maar kunnen aanduiden als bizar, extreem of paradoxaal, maar waarvoor we eigenlijk superlatieven te kort komen. In deze serie artikelen wil ik je kennis laten maken met informatie die ik verzamelde over de bijzondere structuur en eigenschappen van de uitgestrekte natuur – het is tenslotte natuur – buiten de dampkring van onze aarde.
Wetenschap van alle hemellichamen en het heelal zelf
Sterrenkunde is niet alleen de wetenschap van de sterren, maar van alle materie en straling, en de verschijningsvormen daarvan, die in het heelal buiten de aarde worden aangetroffen. Kortom, het is de wetenschap van alle hemellichamen en het heelal zelf. Zij probeert in de eerste plaats de bouw van het heelal te beschrijven. Dat wil zeggen, de eigenschappen van de hemellichamen zelf, hun groeperingen, hun onderlinge afstanden en bewegingen. Daarnaast tracht zij de waargenomen processen te begrijpen, oftewel, in verband te brengen met elkaar en met de wetten van de fysica. Tenslotte poogt zij de ontwikkeling van het heelal in het verleden te achterhalen en te voorspellen hoe deze zich in de toekomst zal voortzetten.
Begin van de astronomie
De systematische observatie van de hemel begon in Babylonië in de 8e eeuw v.C. en leidde ertoe dat de Babyloniërs tegen de 2e eeuw v.C. een zeer nauwkeurig beeld hadden van onder andere de bewegingen van de maan, een redelijk nauwkeurig beeld van de bewegingen van de vijf met het blote oog zichtbare planeten, de ongelijke lengte in de seizoenen en andere periodieke verschijnselen aan de hemel. In populair wetenschappelijke geschiedenissen van de sterrenkunde – of astronomie – worden de Babyloniërs vaak genoemd als de wieg van de astronomie. Dat is echter niet helemaal juist, aangezien hun motieven zuiver religieus en magisch waren, en helemaal niet wetenschappelijk. Zij kenden geen concept van ‘wetenschap’. Dat zou pas voorzichtig in Europa in de 16e eeuw verschijnen, wanneer de moderne astronomie ook echt begint. Naast de Babyloniërs kenden ook de Chinezen en de Indiërs al in oudheid een systematische observatie van de hemel, vermoedelijk echter (maar niet zeker) beïnvloed door de Babyloniërs.